NJ 1986, 497
HR, 04-02-1986, nr. 78602
HR 04-02-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AB8653
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 1986
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Haak, Beekhuis, Mout, Meijers
- Zaaknummer
78602
- LJN
AB8653
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AB8653, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AB8653, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑1986
- Wetingang
Sr art. 140; Sr art. 225 lid 1
Essentie
1. Toereikend bewijs dat verdachte ‘te zamen en in vereniging met een ander formulieren valselijk heeft opgemerkt’.
2. Toereikend bewijs van het opzettelijk deelnemen aan een rechtspersoon die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
3. Het hof heeft het bewezen verklaarde zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het begrip ‘rechtspersoon’ terecht gekwalificeerd als art. 140 Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 15 nov. 1984 in de strafzaak tegen John Fredrich L., geboren te Amsterdam op 22 juli 1938, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.