NJ 1986, 532
HR, 24-09-1985, nr. 78427
HR 24-09-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC9020, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 1985
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Haak, Meijers
- Zaaknummer
78427
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AC9020
- JCDI
JCDI:ADS65989:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC9020, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC9020, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑1985
- Wetingang
Sr art. 37; Sr art. 287; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; Sv art. 457; Sv art. 465; Sv art. 474 lid 1; Sv art. 476 lid 1; Sv art. 476 lid 4
Essentie
1. Toereikend bewijs dat verdachte het slachtoffer opzettelijk van het leven beroofde; de bewezenverklaring is voldoende gemotiveerd, hieraan doet niet af de door het hof overgenomen conclusie uit het psychiatrisch rapport dat het feit de verdachte niet kan worden toegerekend.
2. Het hof kon naast de messteken het wurgletsel mede redengevend achten voor de bewezen verklaarde doodslag.
3. Herziening; de vraag of verdachte ook thans nog gevaar voor de openbare orde oplevert, op grond waarvan de tbr zou moeten voortduren, valt buiten het kader van de onderhavige herzieningsprocedure; het hof kon oordelen dat een nieuw psychiatrisch onderzoek niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.