NJ 1986, 249
HR, 16-09-1985, nr. 78475A
HR 16-09-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8998
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 1985
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Waard, Haak, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
78475A
- LJN
AC8998
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8998, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8998, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑1985
- Wetingang
Sr art. 33; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 358 lid 4; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; Sr (Ned. Antillen) art. 35
Essentie
1. Volzin in ambtsedig p.-v. kon worden opgevat als een inleiding op het verhoor waarbij tot het bewijs gebezigde verklaringen zijn afgelegd. Deze zin is niet gebruikt voor het bewijs.
2. Tengevolge van een kennelijke omissie houdt de overweging met betrekking tot de vernietiging resp. verbeurdverklaring niets in omtrent het inbeslaggenomen motorvaartuig. Toch geen nietigheid, nu in de met redenen omklede bewezenverklaring besloten ligt dat aan de in art. 35 Sr Ned. Antillen gestelde voorwaarden is voldaan. De HR haalt alsnog dit artikel aan.
Samenvatting
Ad 1. Ambtsedig p.-v.: Daar voormelde 6 bemanningsleden van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.