NJ 1986, 111
HR, 25-06-1985, nr. 78713U
HR 25-06-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8957
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 1985
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, De Waard, Haak, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
78713U
- LJN
AC8957
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8957, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8957, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1985
- Wetingang
Sv art. 326; UW art. 11 lid 3; UW art. 23; UW art. 25; EUV art. 5
Essentie
1. Uit de processen-verbaal van de terechtzitting kan worden opgemaakt dat de deuren overeenkomstig art. 25 Uitleveringswet op verzoek van de opgeeiste persoon zijn gesloten en dat dit verzoek zich ook uitstrekte tot de nadien gehouden zittingen.
2. De stelling dat de vordering van de OvJ niet alle feiten vermeldt waarvoor de uitlevering is gevraagd, vergt een onderzoek van feitelijke aard en kan derhalve niet voor het eerst in cassatie worden opgeworpen.
3. De eis dat de feiten waarvoor de uitlevering wordt gevraagd volledig in de vordering van de OvJ moeten worden omschreven, vindt noch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.