NJ 1986, 42
HR, 25-06-1985, nr. 1615
HR 25-06-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8952, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 1985
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Meijers
- Zaaknummer
1615
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AC8952
- JCDI
JCDI:ADS160068:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8952, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8952, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1985
- Wetingang
Sv art. 353; Sv art. 429; Sv art. 441 lid 2; Sv art. 552a lid 1; Sv art. 552a lid 2
Essentie
1. De omstandigheid dat klager reeds op de datum waarop de beschikking ingevolge art. 552a Sv werd gewezen cassatie instelde en niet eerst nadat die beschikking hem was betekend, staat aan zijn ontvankelijkheid niet in de weg (A-G Meijers).
2. Verzoek tot opheffing beslag op een personenauto, waarvan het hof de teruggave reeds had gelast; nu tegen die beslissing geen cassatie was ingesteld, heeft het hof zich ten onrechte onbevoegd verklaard met betrekking tot het klaagschrift. Nu de last tot teruggave in kracht van gewijsde is gegaan, kan de HR zelf het beklag niet-ontvankelijk verklaren, aldus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.