HR, 04-06-1985, nr. 78282

Documentgegevens:

HR 04-06-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB8796, m.nt. G.E. Mulder

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 4 juni 1985
Magistraten: Moons, De Groot, Jeukens, Haak, Beekhuis, Leijten
Zaaknummer: 78282
Conclusie: A-G Leijten
Noot: G.E. Mulder
LJN: AB8796
JCDI: JCDI:ADS160560:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1985:AB8796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑06‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB8796, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑1985
Wetingang: Sr art. 37a; Sr art. 56; Sr art. 57; Sr art. 285; Sv art. 350; Sv art. 359

Essentie

1. Op grond van de bewijsmiddelen en de kwalificatie moet worden aangenomen dat de woorden ‘resp. eenmaal’ in de bewezenverklaring abusievelijk niet geschrapt zijn, aldus de conclusie OM (A-G Leijten) waarnaar de HR verwijst. De HR leest de bewezenverklaring met dienovereenkomstige verbetering.

2. Toereikend bewijs van bedreiging met doodslag; de bewijsmiddelen zijn redengevend en niet tegenstrijdig.

3. Het oordeel dat het bewezen verklaarde drie op zichzelf staande handelingen oplevert en niet als een voortgezette handeling kan worden aangemerkt, geeft geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.