NJ 1985, 822
HR, 28-05-1985, nr. 78370: Keukenkastje
HR 28-05-1985, ECLI:NL:HR:1985:AC8903, m.nt. Th.W. van Veen (Keukenkastje)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 mei 1985
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, De Groot, De Waard, Jeukens,
- Zaaknummer
78370
- Conclusie
A-G Meijers
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8903
- Roepnaam
Keukenkastje
- JCDI
JCDI:ADS160546:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8903, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑1985
- Wetingang
Sr art. 47 lid 1 onder 1°; Sv art. 96; Sv art. 97 lid 1 onder 1°; Sv art. 338; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; Opiumwet art. 2 lid 1 onder C; Opiumwet art. 9
Essentie
1. 's Hofs oordeel dat geen huiszoeking in de zin van art. 97 lid 1 sub 1e Sv heeft plaatsgehad aangezien de woning niet stelselmatig en gericht is onderzocht op de aanwezigheid van voor inbeslagneming vatbare voorwerpen, geeft geen blijk van een verkeerde rechtsopvatting.
2. Het ambtsedig p.-v., inhoudende de verklaring van een ander dan verdachte dat de cocaïne van hem was, is redengevend voor de bewezenverklaring dat de verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk cocaïne aanwezig heeft gehad, aangezien daarvoor niet doorslaggevend is aan wie die cocaïne toebehoort.
3. 's ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.