NJ 1986, 676
HR, 21-05-1985, nr. 77855
HR 21-05-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8885
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 1985
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Haak, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
77855
- LJN
AC8885
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
EU-recht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8885, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8885, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑1985
- Wetingang
Sr art. 68; Sv art. 311 lid 1; Sv art. 366; Sv art. 412; EVRM art. 6 lid 1; APV Rotterdam art. 49b
Essentie
1. Op grond van het p.-v. der terechtzitting en de zich bij de stukken bevindende schriftelijke vordering ter terechtzitting moet worden aangenomen dat de OvJ mondeling heeft gevorderd overeenkomstig deze vordering ingevolge art. 311 lid 1 Sv; het niet-overleggen van die vordering leidt niet tot nietigheid.
2. Geen overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
3. Wanneer de appeldagvaarding op grond van een betekeningsfout wordt nietig verklaard kan de vervolging worden voortgezet op basis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.