NJ 1985, 774
HR, 07-05-1985, nr. 77467
HR 07-05-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB9788, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 mei 1985
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Waard, Jeukens, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
77467
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB9788
- JCDI
JCDI:ADS146402:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB9788, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑05‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB9788, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑1985
- Wetingang
Essentie
Inhaaldagvaarding: de OvJ is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard, nu de inleidende dagvaarding als niet uitgegaan moet worden beschouwd.
Samenvatting
In het algemeen moet worden aangenomen dat een inleidende dagvaarding het rechtsgelding een aanvang doet nemen op het moment dat deze van de OvJ uitgaat ter betekening aan verdachte en niet eerst door de betekening. Dit brengt mee dat de OvJ niet andermaal een dagvaarding kan doen uitgaan zolang de rechter nog niet onherroepelijk heeft beslist op eerstbedoelde inleidende dagvaarding. I.c. is de eerste inleidende dagvaarding evenwel, na van de OvJ te zijn uitgegaan ter betekening aan verdachte, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.