NJ 1985, 739
HR, 02-04-1985, nr. 77750
HR 02-04-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB7965
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 1985
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Haak, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
77750
- LJN
AB7965
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB7965, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB7965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑04‑1985
- Wetingang
Sv art. 359 lid 7; Wet Kansspelen art. 1 onder a; Wet Kansspelen art. 31
Essentie
1. Toereikend bewijs van overtreding van art. 1 onder a jo. 31 Wet op de kansspelen; tot nadere motivering van het bewezen verklaarde ‘als bedrijf’ uitoefenen was het hof niet gehouden.
2. Toereikend bewijs dat de aanwijzing der winnaars geschiedde door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed konden uitoefenen; voor dit laatste is beslissend, welke resultaten de grote meerderheid der spelers in de praktijk bij het spel behaalt.
3. Onvoldoende strafmotivering van een hogere geldboete dan door de P-G geeist.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.