NJ 1985, 532
HR, 19-02-1985, nr. 77813
HR 19-02-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8709, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 1985
- Magistraten
Moons, De Waard, Jeukens, Haak, Beekhuis, Leijten
- Zaaknummer
77813
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8709
- JCDI
JCDI:ADS146390:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8709, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑1985
- Wetingang
Sr art. 23 (nieuw); Sr art. 24 (oud); Sr art. 24 (nieuw); Sv art. 358 lid 4; Sv art. 433 lid 2; Sv art. 442
Essentie
1. De HR kan geen acht slaan op een eerst op de dag der terechtzitting ingekomen schriftuur.
2. Sinds de inwerkingtreding van de Wet vermogenssancties op 1 mei 1983 berust de oplegging van de geldboete niet meer op art. 24 (oud) Sr, maar mede op art. 23 (nieuw) Sr. De HR haalt dit artikel alsnog aan.
3. Art. 24 (nieuw) Sr is geen voorschrift dat de onmiddellijke grondslag vormt voor oplegging van straf.
Samenvatting
Ad 3. A-G Leijten: M.i. is art. 24 niet een voorschrift dat de onmiddellijke grondslag vormt voor oplegging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.