NJ 1985, 471
HR, 05-02-1985, nr. 77590
HR 05-02-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB9018, m.nt. P.J.P. Tak
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 februari 1985
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Haak, Leijten
- Zaaknummer
77590
- Noot
P.J.P. Tak
- LJN
AB9018
- JCDI
JCDI:ADS146422:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB9018, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑02‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB9018, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑1985
- Wetingang
Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sv art. 358 lid 3; Natuurbeschermingswet art. 12 lid 2
Essentie
1. Schadelijke handelingen als bedoeld in art. 12 lid 2 Natuurbeschermingswet; het beroep op het KB van de RvS behoefde niet te worden opgevat als een verweer als bedoeld in art. 358 lid 3 Sv.
2. De Rb. kon aannemen dat verdachte wist dat het onderhoud van de grond niet mocht geschieden door handelingen als bedoeld in art. 12 lid 2 Natuurbeschermingswet; het verweer dat onkruidbestrijding verplicht is ingevolge de pachtovereenkomst behoefde niet te worden opgevat als een beroep op verontschuldigbare dwaling.
3. Toereikende weerlegging van het verweer dat het doodspuiten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.