NJ 1985, 358
HR, 18-12-1984, nr. 77679U
HR 18-12-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AK1156
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 1984
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Jeukens, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
77679U
- LJN
AK1156
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AK1156, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AK1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑1984
- Wetingang
Sv art. 29 lid 1; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Essentie
Geen rechtsregel belet de rechter bij de strafoplegging te letten op een ‘ontkennende opstelling’ van de verdachte.
Samenvatting
Art. 29 lid 1 Sv waarborgt het recht van verdachte om vrijelijk naar eigen inzicht te bepalen of hij al dan niet op de hem door de verhorende rechter of ambtenaar gestelde vragen zal antwoorden en hoe de antwoorden zullen luiden. Geen rechtsregel behoeft evenwel de rechter ervan te weerhouden om naderhand, wanneer die rechter het ten laste gelegde bewezen heeft geacht, bij de strafoplegging te letten op een ‘ontkennende opstelling’, waaraan dan -in verband met het feit van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.