NJ 1985, 426
HR, 25-09-1984, nr. 76568
HR 25-09-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC8532, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 1984
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Haak, Leijten
- Zaaknummer
76568
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8532
- JCDI
JCDI:ADS146332:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC8532, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC8532, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑1984
- Wetingang
Sv art. 186 lid 3; Sv art. 288; Sv art. 338; EVRM art. 6 lid 3; IVBP art. 14 lid 3 onder e
Essentie
1. De beslissing omtrent de bruikbaarheid van anonieme getuigenverklaringen in een p.-v. van de R-C, die de identiteit van die getuigen niet kende, is aan de feitenrechter; bij betwisting van de betrouwbaarheid daarvan moet de rechter het gebruik verantwoorden; i.c. is deze verantwoording voldoende.
2. De mededeling van de Voorzitter bevat een motivering van 's Hofs beslissing dat de getuige de vragen naar de identiteit van de anonieme getuige niet behoeft te beantwoorden.
3. Art. 6 lid 3 Europees Verdrag mensenrechten en art. 14 lid 3 onder e Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.