NJ 1985, 41
HR, 26-06-1984, nr. 77181
HR 26-06-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC8466
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 juni 1984
- Magistraten
Van Der Ven, De Groot, De Waard, Hermans, Jeukens, Leijten
- Zaaknummer
77181
- LJN
AC8466
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC8466, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑06‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC8466, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑1984
- Wetingang
Sv art. 348
Essentie
OvJ niet-ontvankelijk, omdat diens sepot-mededeling mocht worden begrepen als betrekking hebbend op het gehele strafrechtelijk gebeuren; 's Hofs oordeel is niet onbegrijpelijk, kan in cassatie niet op zijn juistheid worden getoetst, en behoeft geen nadere motivering.
Samenvatting
Gang van zaken: Verdachte is op 5 juli 1981 aangehouden ter zake van art. 284 Sr en art. 3 Vuurwapenwet 1919, en vervolgens in verzekering gesteld ter zake van art. 285 Sr. Na beeindiging daarvan worden de zaken ten parkette gesplitst in: a. overtreding art. 285 Sr en b. overtreding art. 3 Vuurwapenwet 1919. Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.