NJ 1985, 135
HR, 12-06-1984, nr. 76930
HR 12-06-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC2548, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 1984
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Hermans, Jeukens, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
76930
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC2548
- JCDI
JCDI:ADS146352:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC2548, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC2548, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑1984
- Wetingang
Sv art. 29; Sv art. 344 lid 1 onder 5°
Essentie
De door verdachte onder hypnose afgelegde verklaring is slechts te zijner ontlasting en niet als bewijsmiddel door het Hof aanvaard.
Samenvatting
Hof: De verdachte heeft zelf de opdracht gegeven tot het afleggen van een verklaring onder hypnose en heeft zelf de vrijheid gehad om te bepalen in hoeverre hij de verklaring in het geding zou brengen. Onder deze omstandigheden heeft verdachte het recht het geschrift waarin de verklaring onder hypnose is vervat in het geding te brengen en zich tot zijn ontlasting zich daarop te beroepen en mag hij er aanspraak op maken dat het Hof de inhoud ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.