NJ 1985, 115
HR, 24-04-1984, nr. 1484
HR 24-04-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC8388, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 april 1984
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Remmelink
- Zaaknummer
1484
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AC8388
- JCDI
JCDI:ADS160021:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC8388, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑04‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC8388, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑1984
- Wetingang
Sv art. 118 lid 1; Sv art. 552a lid 5
Essentie
Indien het belang van de strafvordering zich niet meer verzet tegen teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen en art. 118 lid 2, 3 of 4 niet van toepassing is, moeten die voorwerpen worden teruggegeven aan degene bij wie zij zijn inbeslaggenomen.
Samenvatting
Hof: Aannemelijk is geworden dat klager onder hem inbeslaggenomen voorwerpen, uit diefstal heeft verkregen; het belang van de eigenaren bij het terugkrijgen van de gestolen voorwerpen behoort te prevaleren boven dat van hem die de voorwerpen ten tijde van het beslag te kwader trouw onder zich had.
HR: Aldus heeft het Hof blijk gegeven van een onjuiste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.