NJ 1984, 587
HR, 10-04-1984, nr. 76555
HR 10-04-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC1392, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 april 1984
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Hermans, Jeukens, Remmelink
- Zaaknummer
76555
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC1392
- JCDI
JCDI:ADS146361:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC1392, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑04‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC1392, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑1984
- Wetingang
Sv art. 282; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
Het zonder toestemming van verdachte en diens raadsman afzien van het verhoor van een op de lijst voorkomende niet-verschenen getuige: substantiele nietigheid, nu anders dan het Hof heeft geoordeeld hernieuwde oproeping niet nutteloos en overbodig geacht kon worden.
Samenvatting
Uit het p.-v. der terechtzitting blijkt niet dat van het horen van getuige M. is afgezien met toestemming van verdachte en diens raadsman, zodat het ervoor moet worden gehouden dat die toestemming niet is gegeven. Daaruit volgt dat het Hof niet in acht heeft genomen art. 282 jo. 415 Sv. Dit verzuim moet, als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.