NJ 1984, 634
HR, 03-04-1984, nr. 76663
HR 03-04-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AB8365, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 1984
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Hermans, Remmelink
- Zaaknummer
76663
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB8365
- JCDI
JCDI:ADS146360:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AB8365, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AB8365, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑1984
- Wetingang
Sv art. 450 onder b
Essentie
Het door verdachte ingediende geschrift is geen schriftuur in de zin van art. 433 lid 2 Sv omdat het louter feitelijke mededelingen bevat.
De aan het parket gerichte brief waarin verdachte verklaarde appel in te stellen had moeten worden aangemerkt als een bijzondere volmacht in de zin van art. 450 sub b Sv.
Samenvatting
Hof: De ‘mededeling uitspraak (OV)’ is aan verdachte in persoon betekend op 2 febr. 1983. De appeltermijn — welke op 16 febr. 1983 verstreek — is niet in acht genomen. Appellant heeft weliswaar bij brief van 8 febr. 1983, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.