NJ 1984, 700
HR, 03-04-1984, nr. 76661
HR 03-04-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AB8370
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 1984
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Hermans, Remmelink
- Zaaknummer
76661
- LJN
AB8370
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AB8370, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AB8370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑1984
- Wetingang
Sv art. 366 lid 4; Sv art. 408 lid 2
Essentie
Tardief hoger beroep; toepassing van art. 408 lid 2 Sv behoort niet achterwege te blijven wanneer na het verstrijken van de daarin vermelde termijn door de OvJ bij de verdachte het vertrouwen is gewekt dat een alsnog ingesteld appel ontvankelijk is.
Samenvatting
Gang van zaken: Verdachte verscheen niet op de oproeping (om op de nadere terechtzitting te verschijnen) die niet in persoon was betekend. Vonnis op 9 dec. 1981. Op 17 febr. 1982 werd aan verdachte in persoon uitgereikt een ‘kennisgeving voorwaardelijke veroordeling’. Verdachte ging op 15 april 1982 in appel nadat hem op diezelfde dag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.