NJ 1984, 551
HR, 27-03-1984, nr. 76337
HR 27-03-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC8361
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 1984
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Haak, Leijten
- Zaaknummer
76337
- LJN
AC8361
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC8361, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC8361, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑1984
- Wetingang
Sv art. 361
Essentie
's Hofs beslissing op de vordering van de beledigde partij houdt, mede gezien het verweer, niet de gronden in waarop deze beslissing berust.
Samenvatting
Verweer: Verdachte ontkent schuldig te zijn aan een onrechtmatig handelen jegens W. Hij heeft niet meer gedaan dan zich op legale wijze verweren tegen iemand, die gewapenderhand op verboden terrein een confrontatie zoekt. In ieder geval is de eigen schuld van W. aan de schade die hij eventueel tengevolge van de klappen heeft geleden zo groot, dat de schade in redelijkheid voor zijn rekening behoort te blijven.
Hof: acht de beledigde partij in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.