NJ 1984, 531
HR, 14-02-1984, nr. 76556
HR 14-02-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC3429
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 1984
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, Hermans, Haak, Leijten
- Zaaknummer
76556
- LJN
AC3429
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC3429, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC3429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑1984
- Wetingang
WVW art. 26 lid 2; WVW art. 33a lid 3; Sv art. 156; Sv art. 338; Sv art. 359 lid 6
Essentie
1. Weigering bloedproef; 's Hofs oordeel dat uit het ambtsedig p.-v. blijkt dat er geen hulp-OvJ beschikbaar was en niet noodzakelijk is dat wordt aangegeven waarom er geen aanwezig was, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd; een nader onderzoek was niet nodig.
2. Klacht dat het ambtsedig p.-v. niet onverwijld overeenkomstig art. 156 Sv aan de OvJ is toegezonden; het al dan niet tot het bewijs bezigen van een dergelijk p.-v. staat ter beoordeling van de feitenrechter.
3. Onvoldoende strafmotivering nu niet blijkt waarom voor een vrijheidsbenemende straf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.