HR, 03-01-1984, nr. 76257

Documentgegevens:

HR 03-01-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AB8227

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 3 januari 1984
Magistraten: Van Der Ven, De Waard, Hermans, Jeukens, Haak, Leijten
Zaaknummer: 76257
LJN: AB8227
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1984:AB8227, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑01‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AB8227, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑1984
Wetingang: Sr art. 45; Sr art. 47; Sr art. 191; Sv art. 330; EVRM art. 6

Essentie

1. De afwijzing van het verzoek om uitstel is voldoende gemotiveerd en geeft geen blijk van schending van het recht, met name niet van art. 6 Europees Verdrag mensenrechten.

2. Toereikend bewijs dat het handelen van verdachte gericht was op het bevrijden van een gedetineerde zoals bedoeld in art. 191 Sr; uit de bewijsmiddelen hoeft niet te blijken van instemming van de gedetineerde.

3.a. Verdachtes gedragingen konden worden aangemerkt als een begin van uitvoering van het misdrijf van art. 191 Sr; b. geen absoluut ondeugdelijk middel; c. geen vrijwillige terugtreding.

4. Toereikend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.