NJ 1984, 458
HR, 29-11-1983, nr. 76066
HR 29-11-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8210
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 1983
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Hermans, Leijten
- Zaaknummer
76066
- LJN
AC8210
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8210, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8210, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑1983
- Wetingang
Essentie
Ontoereikende weerlegging van het verweer dat geen enkele redelijke grond voor fouillering bestond.
Samenvatting
Gang van zaken: Verdachte werd door de politie betrapt bij een fietsendiefstal. Hij werd overgebracht naar het politiebureau en gefouilleerd, waarbij een wapenstok gevonden werd.
Verweer in hoger beroep: Er bestond geen enkele redelijke grond voor het onderzoek aan de kleding. Met name kon zodanige grond niet worden gevonden in hetzij het onderzoek naar de diefstal hetzij de verzekering van de veiligheid van de politieagenten die verdachte aanhielden.
Rb.: De wet verlangt slechts een verdenking van groter sterkte dan een redelijk vermoeden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.