NJ 1984, 259
HR, 18-10-1983, nr. 75767
HR 18-10-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8136, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 oktober 1983
- Magistraten
Van Der Ven, De Groot, De Waard, Hermans, Haak, Leijten
- Zaaknummer
75767
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8136
- JCDI
JCDI:ADS146329:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8136, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑10‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8136, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑1983
- Wetingang
Sv art. 6 lid 2; Sv art. 284; Sv art. 296; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 350; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 406; Opiumwet art. 3A
Essentie
1. Uit de appelakte blijkt niet dat verdachte appel heeft ingesteld tegen de tussenbeslissing; geen beslissing op het verweer dat het Hof onbevoegd was, toch geen nietigheid.
2. De GGD-ambtenaren werden niet als getuigen of deskundigen gehoord over enig onderwerp waaromtrent op grond van art. 350 Sv moest worden beraadslaagd.
3. De verklaringen in het ambtsedig p.-v. berusten op eigen waarneming of ondervinding.
4. Toereikend bewijs van opzettelijk met zijn mededaders zorgen voor het verdere vervoer en/of opslag en/of aflevering van de binnen Nederland gebrachte hashish.
Samenvatting
Ad 2. P.-v. der terechtzitting: De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.