NJ 1984, 114
HR, 19-09-1983, nr. 76080U
HR 19-09-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8096
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 1983
- Magistraten
Royer, De Groot, De Waard, Jeukens, Haak, Leijten
- Zaaknummer
76080U
- LJN
AC8096
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8096, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8096, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑1983
- Wetingang
Sr art. 70; UW art. 9 lid 1 onder e; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Nu de feiten, waarover uitlevering is gevraagd, naar Nederlands recht niet verjaard zijn en niet blijkt van een beroep op verjaring naar Duits recht, behoefde de Rb. niet te doen blijken van een onderzoek dienaangaande.
Het tijdstip van aanhouding ter zake van een strafbaar feit is niet aan te merken als het beginpunt van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 Europees Verdrag mensenrechten. (A-G).
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rb. Amsterdam van 26 april 1983 omtrent een verzoek van de BRD tot uitlevering van David N., geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.