NJ 1985, 88
HR, 31-08-1983, nr. 76237U
HR 31-08-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8092, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 augustus 1983
- Magistraten
Ras, Bronkhorst, Haardt, Royer, Van Den Blink, Van Soest
- Zaaknummer
76237U
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8092
- JCDI
JCDI:ADS65915:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8092, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑08‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑1983
- Wetingang
UW art. 23 lid 1; UW art. 24 lid 1; UW art. 27 lid 2; UW art. 28 lid 1; UW art. 28 lid 2; UW art. 28 lid 3; UW art. 31
Essentie
In cassatie is geen plaats voor vertogen van feitelijke aard.
De art. 23 lid 1, 24 lid 1 en 28lid 1 Uitleveringswet zijn kennelijk gericht op het zoveel mogelijk bespoedigen van de afhandeling van uitleveringsverzoeken, in het belang van het internationale rechtshulpverkeer. Het niet in acht nemen van art. 24 lid 1 Uitleveringswet, mede gelet op art. 28 lid 2 en 3 Uitleveringswet, leidt niet tot ontoelaatbaarverklaring van de uitlevering.
Niet-naleving van art. 27 lid 2 Uitleveringswet leidt niet tot ontoelaatbaarheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.