NJ 1983, 798
HR, 28-06-1983, nr. 75558//NJPUB1
HR 28-06-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8046, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 1983
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, Hermans, Jeukens, Leijten
- Zaaknummer
75558//NJPUB1
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8046
- JCDI
JCDI:ADS117691:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8046, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8046, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑1983
- Wetingang
Sv art. 284; Sv art. 285; Sv art. 286; Sv art. 288; Sv art. 331; Sv art. 338; Sv art. 428; Sv art. 451a; RO art. 99 lid 1 onder 1°; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. Cassatieberoep tegen een einduitspraak impliceert beroep tegen een tussenbeslissing indien deze doorwerkt in de einduitspraak, aldus conclusie OM.
2. De bevoegdheid van de rechter om het stellen van vragen aan een getuige te beletten en de bevoegdheid van verdachte om getuigen te ondervragen; beginsel van goede procesorde.
Samenvatting
Ad 1. A-G Leijten: 1. Doordat krachtens interlocutoir vonnis vragen aan de politie-ambtenaar omtrent de (on)rechtmatigheid van de bewijsgaring niet gesteld konden worden, kon het Hof in zijn eindarrest overwegen dat ‘uit het onderzoek ter terechtzitting niet aannemelijk is geworden’ dat van onwettig afluisteren sprake is geweest en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.