NJ 1984, 24
HR, 21-06-1983, nr. 75700
HR 21-06-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8033, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 1983
- Magistraten
Van Der Ven, De Groot, De Waard, Hermans, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
75700
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8033
- JCDI
JCDI:ADS146301:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8033, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8033, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1983
- Wetingang
Sr art. 416; Sv art. 353; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; Sv art. 433 lid 2
Essentie
1. Toereikend bewijs van opzet heling onder meer in verband met hetgeen de algemene ervaring leert; het verweer vindt zijn weerlegging in de gemotiveerde bewezenverklaring.
2. Toereikend bewijs dat de door verdachte gekochte reischeques dezelfde waren als die welke vermist werden; in cassatie is geen plaats voor stellingen van feitelijke aard.
3. Het oordeel dat de rechter tot het geven van een last tot teruggave niet in staat is, kan niet in cassatie worden aangevochten.
Samenvatting
Ad. 1. HR: Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte zich welbewust heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.