HR, 05-04-1983, nr. 74989

Documentgegevens:

HR 05-04-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AB9088, m.nt. J.A. Borman

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 5 april 1983
Magistraten: Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Haak, Remmelink
Zaaknummer: 74989
Noot: J.A. Borman
LJN: AB9088
JCDI: JCDI:ADS117689:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Staatsrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1983:AB9088, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AB9088, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑1983
Wetingang: GW art. 7; EVRM art. 10; APV Breda art. 136; APV Breda art. 137

Essentie

Plakverbod; art. 136 en 137 APV Breda zijn niet onverenigbaar met art. 7 Grondwet en art. 10 Europees Verdrag mensenrechten.

Samenvatting

Rb.: Het verbod van art. 136 brengt slechts een beperking van het gebruik van het daarin bedoelde middel van bekendmaking voor zover door dat gebruik eens anders recht zou worden geschonden. Het verbod laat voor het overige elk gebruik onverlet. Zo'n beperking heeft i.c. mogelijk een remmende werking op de verspreiding van aanplakbiljetten, doch ter terechtzitting is niet aannemelijk geworden dat zulks die verspreiding onmogelijk zou maken c.q. in ontoelaatbare mate ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.