NJ 1983, 283
HR, 16-11-1982, nr. 73852
HR 16-11-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AC7766, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 november 1982
- Magistraten
Van Der Ven, De Groot, Bronkhorst, Hermans, Jeukens, Remmelink
- Zaaknummer
73852
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AC7766
- JCDI
JCDI:ADS160485:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AC7766, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑11‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AC7766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑1982
- Wetingang
Sv art. 27; Sv art. 29 lid 2; Opiumwet art. 2 lid 1 onder B
Essentie
1. Door het ontbreken van de cautie is verdachte i.c. niet benadeeld nu verhoren met betrekking tot soortgelijke feiten wel door de cautie werden voorafgegaan.
2. Toereikend bewijs van verkopen en afleveren van onder de Opiumwet vallende ‘verdovende middelen’.
Samenvatting
Ad 1. Rb. en Hof hebben kennelijk op grond van de omstandigheid dat aan verdachte reeds bij een verhoor op 1 nov. 1977 de mededeling van art. 29 Sv is gedaan, aangenomen dat verdachte bij de verhoren op 2 nov. 1977 en 24 jan. 1978 (bij staandehouding) op de hoogte was van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.