NJ 1983, 268
HR, 09-11-1982, nr. 74407
HR 09-11-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AC1088, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 november 1982
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Waard, Jeukens, Haak, Leijten
- Zaaknummer
74407
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AC1088
- JCDI
JCDI:ADS146457:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AC1088, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑11‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AC1088, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑1982
- Wetingang
Sr art. 37a; Sr art. 285; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 359 lid 4
Essentie
1. De getuigenverklaring kon op eigen waarneming of ondervinding berusten en redengevend zijn.
2. De Strafmotivering is niet innerlijk tegenstrijdig.
3. Voldoende strafmotivering in hoger beroep.
4. De HR vermeldt alsnog art. 57 Sr.
Samenvatting
Ad 1. Getuigenverklaring in ambtsedig p.-v.: dat hij ervan overtuigd is, dat B. hem dood wilde schieten.
HR: Het Hof heeft dit aldus kunnen verstaan dat bij F. ten gevolge van hetgeen hij blijkens zijn verklaring had waargenomen de gedachte opkwam en de overtuiging postvatte, dat B. hem dood wilde schieten. Aldus opgevat behelst deze verklaring niets wat niet vatbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.