NJ 1983, 357
HR, 02-11-1982, nr. 74484U
HR 02-11-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AB8126
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 1982
- Magistraten
Royer, De Groot, De Waard, Jeukens, Haak, Mok
- Zaaknummer
74484U
- LJN
AB8126
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AB8126, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AB8126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑1982
- Wetingang
Sv art. 297 lid 5; Sv art. 345 lid 3; Sr art. 189 lid 1 onder 1°; UW art. 18 lid 3; UW art. 28 lid 1; UW art. 28 lid 3; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
1. Overschrijding van de termijn van 14 dagen van art. 345 lid 3 Sv brengt in uitleveringszaken geen nietigheid mee, maar is wel ongewenst.
2. De opgeeiste persoon klaagt over niet-nakoming van art. 297 lid 5 Sv; i.c. geen nietigheid.
3. Door verwijzing in de uitspraak naar de nauwkeurig aangeduide aanhoudingsbevelen die een duidelijke omschrijving van de feiten gaven, voldeed de Rb. aan art. 28 lid 3 Uitleveringswet.
4. De Rb. kon oordelen dat een der feiten waarvoor uitlevering werd verzocht het strafbare feit van art. 189 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.