NJ 1982, 631
HR, 23-03-1982, nr. 73818
HR 23-03-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AC7573
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 1982
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Jeukens, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
73818
- LJN
AC7573
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AC7573, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AC7573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑1982
- Wetingang
Opiumwet art. 1 lid 4; Opiumwet art. 2 lid 1 onder A; Sv art. 125g; Sv art. 261; Sv art. 338
Essentie
‘Binnen het grondgebied van Nederland brengen als bedoeld in de opiumwet’ in verband met de ruime betekenis die art. 1 lid 4 Opiumwet daaraan geeft; de telastelegging is i.c. duidelijk nu geen verweer is gevoerd; toereikend bewijs van art. 2 lid 1 onder A Opiumwet, met name de plaats van dit feit.
De stelling dat bij het opnemen en afluisteren van telefoongesprekken waarvan p.-v. is opgemaakt, niet zijn inachtgenomen de eisen die art. 125g Sv stelt aan het geval waarin het opnemen en afluisteren is toegelaten en de termijn waarbinnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.