NJ 1982, 460
HR, 02-03-1982, nr. 73415
HR 02-03-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AB7910, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 1982
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Jeukens, Leijten
- Zaaknummer
73415
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB7910
- JCDI
JCDI:ADS160508:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AB7910, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AB7910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑1982
- Wetingang
Sv art. 181 lid 3; Sv art. 277; Sv art. 288; Sv art. 330; Sv art. 338; Sr art. 134bis
Essentie
1. Waartoe de omstandigheid dat een gerechtelijk vooronderzoek tegen NN-verdachte heeft plaatsgehad gedurende de periode dat de latere verdachte reeds als zodanig bekend was, kan leiden.
2. Een gerechtelijk vooronderzoek tegen een NN-verdachte heeft plaatsgehad gedurende de periode dat de latere verdachte als zodanig bekend was, het beroep op onrechtmatige bewijsgaring is i.c. voldoende weerlegd.
3. Wie is de tipgever? Het Hof belet het stellen van een vraag daaromtrent en wijst het verzoek een nader onderzoek dienaangaande in te stellen af: geen miskenning van enig beginsel van een goede procesorde en geen te kort schieten in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.