NJ 1982, 424
HR, 02-02-1982, nr. 73519//NJPUB1
HR 02-02-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AE1073
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 1982
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, De Groot, De Waard, Jeukens, Remmelink
- Zaaknummer
73519//NJPUB1
- LJN
AE1073
- JCDI
JCDI:ADS160504:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
Ambtenarenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AE1073, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AE1073, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑1982
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; IVBP art. 14 lid 3 onder c; IVBP art. 26; GW art. 66; WGMD art. 12
Essentie
Het telexbericht waarbij opsporing, aanhouding en voorgeleiding van de verdachte is verzocht, doet de ‘redelijke termijn’ i.c. niet aanvangen.
Diensttijd van gewetensbezwaarden en militairen; het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat art. 26 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten zich niet voor rechtstreekse toepassing leent; toch geen nietigheid omdat er i.c. geen sprake is van discriminatie.
Verwant oordeel
Zie ook:
Ook gepubliceerd in NJ 1982, 475.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Gravenhage van 8 dec. 1980 in de strafzaak tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.