NJ 1982, 160
HR, 03-11-1981, nr. 73044
HR 03-11-1981, ECLI:NL:PHR:1981:AB8544
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 1981
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Haak, Leijten
- Zaaknummer
73044
- LJN
AB8544
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AB8544, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑1981
ECLI:NL:PHR:1981:AB8544, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑1981
- Wetingang
Sv art. 283; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; RO art. 39 lid 1 onder 1°
Essentie
1. Verzuim van het voorschrift van art. 283 Sv brengt geen substantiele nietigheid mee.
2. Een gedeelte van de getuigeverklaring is niet redengevend voor de bewezenverklaring.
Samenvatting
Ad 2. Verklaring: ‘Ik dacht dat hij M. wilde pakken; ik dacht trouwens ook dat hij mij wilde pakken; ik dacht dat H. (slachtoffer) M. wilde doodsteken’.
HR ambtshalve: Dit deel van de verklaring mist op zichzelf redengevende kracht voor de bewezenverklaring. Nu het Hof nalaat te vermelden waarom het dit gedeelte desondanks tot bewijs heeft gebezigd, is het arrest niet naar de eis der wet met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.