NJ 1981, 399
HR, 07-04-1981, nr. 72442
HR 07-04-1981, ECLI:NL:PHR:1981:AB9726, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 1981
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Van Den Blink, De Waard, Jeukens
- Zaaknummer
72442
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB9726
- JCDI
JCDI:ADS146215:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AB9726, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑1981
ECLI:NL:PHR:1981:AB9726, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑1981
- Wetingang
Sv art. 342 lid 1; Sv art. 428; Opiumwet art. 2 lid 1; Sr art. 68
Essentie
Cassatie ingesteld tegen eindarrest, middel gericht tegen tussenarrest: het middel stuit reeds hierop af.
De selectie en waardering van de bewijsmiddelen is voorbehouden aan de feitenrechter; toereikend bewijs van overtreding van art. 3 Vuurwapenwet.
Het verbod van art. 342 lid 2 Sv betreft de telastelegging in haar geheel.
Het oordeel over het waarheidsgehalte van een verklaring van een aan heroine verslaafde getuige is aan de feitenrechter.
Het opzettelijk verkopen van cocaine is een ander feit dan het opzettelijk aanwezig hebben daarvan.
Voldoende motivering van verbeurdverklaring van bankbiljetten.*
Samenvatting
*Zie noot onder dit arrest. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.