NJ 1981, 382
HR, 17-03-1981, nr. 72485
HR 17-03-1981, ECLI:NL:PHR:1981:AC7176, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 maart 1981
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Van Den Blink, Hermans
- Zaaknummer
72485
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC7176
- JCDI
JCDI:ADS146195:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AC7176, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑1981
ECLI:NL:PHR:1981:AC7176, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑1981
- Wetingang
Sv art. 218; Sv art. 288; Sv art. 338; Sv art. 344 lid 1 onder 2°
Essentie
1. Bewijsgaring met behulp van informant; verweer inzake onrechtmatigheid van de bewijsgaring toereikend weerlegd.
2. Het ambtsedig p.-v. houdende door collegae waargenomen feiten mocht voor het bewijs worden gebruikt.
3. Geen verschoningsrecht voor politie-ambtenaar; het Hof had de beantwoording van vragen kunnen beletten.
Samenvatting
Ad 1. Het verweer is voldoende gemotiveerd verworpen. In het bijzonder kon het Hof op grond van de verklaringen van Van E. aannemelijk achten dat verdachte niet door toedoen van ‘P.’ is gebracht tot andere handelingen dan die waarop zijn opzet reeds was gericht. Daaraan doet niet af dat geen nauwkeurige gegevens bekend zijn omtrent ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.