NJ 1981, 366
HR, 24-02-1981, nr. 72083
HR 24-02-1981, ECLI:NL:PHR:1981:AC7162
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 februari 1981
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Van Den Blink, Jeukens
- Zaaknummer
72083
- LJN
AC7162
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Fiscaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AC7162, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑02‑1981
ECLI:NL:PHR:1981:AC7162, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑1981
- Wetingang
Sv art. 27; Sv art. 56; Sv art. 338; Opiumwet art. 9 lid 5
Essentie
1. Uit feiten en omstandigheden vloeide een redelijk vermoeden van schuld aan enig bij de Opiumwet als misdrijf strafbaar gesteld feit voort; R. kon derhalve als verdachte worden aangemerkt.
2. Onderzoek aan lichaam en kleding buiten de grenzen van art. 9 lid 5 Opiumwet.
Samenvatting
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 4 maart 1980 in de strafzaak tegen Gerhard R., geboren te Doetinchem op 25 jan. 1930, wonende te Arnhem.
Voorgaande uitspraak
1
De bestreden uitspraak.
Het Hof heeft in hoger beroep bevestigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.