NJ 1981, 173
HR, 04-11-1980, nr. 72158
HR 04-11-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AB8890
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 1980
- Magistraten
Ras, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt, De Waard
- Zaaknummer
72158
- LJN
AB8890
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AB8890, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AB8890, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑1980
- Wetingang
Essentie
De onschuldbewering van de opgeeiste persoon is onderzocht en op het schorsingsverzoek is beslist; geen onjuiste opvatting omtrent ‘onverwijld’ in art. 26 lid 3 Uitleveringswet.
Samenvatting
De Rb., overwegende dat de opgeeiste persoon niet onverwijld heeft kunnen aantonen niet schuldig te zijn aan de feiten waarvoor uitlevering is gevraagd, heeft kennelijk tot uitdrukking willen brengen, dat hetgeen is meegedeeld omtrent de uit Duitsland verwachte stukken, onvoldoende bepaald is om aannemelijk te maken dat de opgeeiste persoon alsnog zijn onschuld als bedoeld in art. 26 lid 3 zou kunnen aantonen. Daarmee heeft de Rb. tevens tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.