HR, 23-09-1980, nr. 71735

Documentgegevens:

HR 23-09-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6985

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 23 september 1980
Magistraten: Moons, Wijnholt, De Waard, Hermans, Jeukens
Zaaknummer: 71735
LJN: AC6985
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1980:AC6985, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑1980
Wetingang: Sv art. 359; Opiumwet art. 3; Opiumwet art. 11

Essentie

1. Toereikend bewijs van aanwezig hebben in de zin van art. 3, onder C, Opiumwet.

2. Toereikend bewijs van opzet (art. 11 lid 2 Opiumwet).

3. Onvoldoende strafmotivering.

Samenvatting

1. Voor de opvatting dat ‘aanwezig hebben’ in de zin van art. 3, onder C, Opiumwet aldus moet worden verstaan dat van enige beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de hashish sprake moet zijn, is in het recht geen steun te vinden.

3. Het behoeft nadere verklaring waarom het Hof heeft gemeend verdachte te moeten veroordelen tot een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.