HR, 24-06-1980, nr. 71447

Documentgegevens:

HR 24-06-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6936, m.nt. J.A. Borman

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 24 juni 1980
Magistraten: Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt
Zaaknummer: 71447
Noot: J.A. Borman
LJN: AC6936
JCDI: JCDI:ADS146149:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1980:AC6936, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑06‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6936, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑1980
Wetingang: Sv art. 261; Sv art. 348; Sv art. 585; Sv art. 586; Sv art. 587; APV Utrecht art. 69; Sr art. 53; Sr art. 54; GW art. 7; Gem.w art. 168; Gem.w art. 169; Gem.w art. 193 lid 2; EVRM art. 10

Essentie

De Utrechtse muurkrant en APV Utrecht art. 69.

Samenvatting

1. In de telastelegging is een ingetrokken uitvoeringsbesluit van B en W vermeld; dit berust op een misslag; het beroep op nietigheid is voldoende weerlegd (Sv art. 261).

2. De rechter is niet bevoegd de OvJ niet-ontvankelijk te verklaren, enkel en alleen omdat vele overeenkomstige gevallen niet tot een vervolging zouden hebben geleid (Sv art. 348).

3. Het verbod tot aanplakken zonder vermelding van naam en adres; het verweer, dat het adres door de aanduiding ‘Postbus p.a. Oude Gracht 36’ genoegzaam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.