NJ 1980, 564
HR, 03-06-1980, nr. 71501
HR 03-06-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AB7482, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 1980
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Wijnholt, De Waard, Hermans
- Zaaknummer
71501
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AB7482
- JCDI
JCDI:ADS117591:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AB7482, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AB7482, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑1980
- Wetingang
Essentie
Voldoende strafmotivering; richtlijnen OM.
Samenvatting
De opvatting volgens welke het Hof nader had moeten aangeven waarom het een hogere straf heeft opgelegd dan overeenkomstig de richtlijnen ter zake van clandestien zenden, kan reeds daarom niet als juist worden aanvaard omdat deze richtlijnen ten tijde van 's Hofs uitspraak nog niet waren gepubliceerd in de Stcrt.*
*Zie de noot onder het arrest (Red.).
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 30 okt. 1979 in de strafzaak tegen Antoon Andreas Albertus T. geboren te Enschede op 9 aug. 1951, wonende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.