NJ 1980, 539
HR, 20-05-1980, nr. 71698U
HR 20-05-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6885
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 mei 1980
- Magistraten
Ras, Van Der Ven, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt
- Zaaknummer
71698U
- LJN
AC6885
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC6885, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑05‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6885, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑1980
- Wetingang
EUV art. 1; EUV art. 12 lid 2; UW art. 10 lid 2; UW art. 18 lid 3; UW art. 26 lid 3
Essentie
1. Het overzicht der feiten voldoet aan de in art. 12 lid 2 Europees Uitleverings Verdrag gestelde vereisten, ook gelet op de bewering als bedoeld in art. 26 lid 3 Uitleveringswet.
2. De opgeeiste persoon heeft niet onverwijld kunnen aantonen niet schuldig te zijn aan de feiten, waarvoor zijn uitlevering is gevraagd.
3. Het belang van de Deense autoriteiten bij de uitlevering.
4. De minister van Justitie beoordeelt de aanwezigheid van humanitaire gronden.
Samenvatting
1. Met name kan aan de hand van het overzicht der feiten worden vastgesteld dat feiten naar Nederlands recht zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.