NJ 1980, 475
HR, 06-05-1980, nr. 71315E
HR 06-05-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AB7463, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 mei 1980
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt, De Waard
- Zaaknummer
71315E
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB7463
- JCDI
JCDI:ADS146153:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AB7463, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑05‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AB7463, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑05‑1980
- Wetingang
Sr art. 1 lid 2; WED art. 57
Essentie
Wetswijziging na de terechtzitting doch voor de uitspraak van de HR: toepassing van art. 1 lid 2 Sr.
Samenvatting
Het ambtsedig p.-v. kon voor het bewijs van verschillende feiten worden gebezigd.
Het Hof maakte geen gebruik van een betwiste getuigen-verklaring.
Verzuimen die op grond van art. 57 WED niet tot cassatie kunnen leiden.*
*Zie de noot onder het arrest (Red.).
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof te 's- Hertogenbosch, Economische Kamer, van 27 juni 1979 in de strafzaak tegen Franciscus Martinus Marian, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.