NJ 1980, 303
HR, 22-01-1980, nr. 71036
HR 22-01-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6797
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 1980
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Van Den Blink, De Waard
- Zaaknummer
71036
- LJN
AC6797
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC6797, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6797, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑1980
- Wetingang
Sv art. 67a; Sv art. 359 lid 4
Essentie
De rechter mag na opheffing van de voorlopige hechtenis een vrijheidsstraf opleggen die in duur langer is dan de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd; geen bijzondere strafmotivering nodig.
Samenvatting
De opvatting dat, indien een bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven en de verdachte in vrijheid wordt gesteld, de rechter ter zake van hetzelfde feit aan de verdachte geen vrijheidsstraf van een langere duur dan de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd mag opleggen, tenzij inmiddels is gebleken van nieuwe belastende feiten en omstandigheden, vindt geen steun in het recht, met name niet in de artt. 65 t/m 88 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.