NJ 1980, 243
HR, 02-10-1979, nr. 70770: Nalatige inspecteur
HR 02-10-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AB7396, m.nt. G.E. Mulder (Nalatige inspecteur)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 1979
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Van Den Blink, De Waard, Hermans
- Zaaknummer
70770
- Conclusie
A-G Minkenhof
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AB7396
- Roepnaam
Nalatige inspecteur
- JCDI
JCDI:ADS117543:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AB7396, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AB7396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑1979
- Wetingang
Sv art. 29 lid 2; Sv art. 52
Essentie
Geen ‘cautie’ door de politie; ‘verhoor’ als bedoeld in art. 29 tweede lid Sv.
Samenvatting
Blijkens art. 29 eerste en tweede lid Sv blijft de cautie beperkt tot gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord. De strekking van art. 29— het behoeden van verdachte tegen ongewilde medewerking aan zijn eigen veroordeling — brengt mee dat als verhoor als bedoeld in dit artikel worden beschouwd alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdacht aangemerkt persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit. Het samenstel van vragen aan verdachte ‘of hij eigenaar en houder van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.