NJ 1979, 462
HR, 29-05-1979, nr. 70386
HR 29-05-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC6604
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 1979
- Magistraten
Moons, Van Den Blink, Wijnholt, De Waard, Hermans
- Zaaknummer
70386
- LJN
AC6604
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Penitentiair recht / Algemeen
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC6604, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC6604, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑1979
- Wetingang
Sr art. 1; Sr art. 2; Sr art. 3; Sr art. 4; Sr art. 5; Sr art. 6; Sr art. 7; Sr art. 8; Sr art. 9; Sr art. 10; Sr art. 11; Sr art. 12; Sr art. 13; Sr art. 14; Sr art. 15; Sr art. 16; Sr art. 17; Sr art. 18; Sr art. 19; Sr art. 20; Sr art. 21; Sr art. 22; Sr art. 23; Sr art. 24; Sr art. 25; Sr art. 26; Sr art. 27; Sr art. 28; Sr art. 29; Sr art. 30; Sr art. 31; Sr art. 32; Sr art. 33; Sr art. 34; Sr art. 35; Sr art. 36; Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sr art. 45; Sr art. 46; Sr art. 47; Sr art. 48; Sr art. 49; Sr art. 50; Sr art. 51; Sr art. 52; Sr art. 53; Sr art. 54; Sr art. 55; Sr art. 56; Sr art. 57; Sr art. 58; Sr art. 59; Sr art. 60; Sr art. 61; Sr art. 62; Sr art. 63; Sr art. 64; Sr art. 65; Sr art. 66; Sr art. 67; Sr art. 68; Sr art. 69; Sr art. 70; Sr art. 71; Sr art. 72; Sr art. 73; Sr art. 74; Sr art. 75; Sr art. 76; Sr art. 77; Sr art. 78; Sr art. 79; Sr art. 80; Sr art. 81; Sr art. 82; Sr art. 83; Sr art. 84; Sr art. 85; Sr art. 86; Sr art. 87; Sr art. 88; Sr art. 89; Sr art. 90; Sr art. 91; Sr art. 302; Sv art. 330; Sv art. 359
Essentie
Eisen te stellen aan een verzoek alsnog een getuige te doen oproepen.
Onvoldoende strafmotivering.
Bewijsconstructie m.b.t. het opzet is gebrekkig. (Adv.-Gen.)
Samenvatting
Indien een verdachte die niet ingevolge art. 263 Sv. getuigen heeft doen dagvaarden, tijdens het onderzoek ter terechtzitting mocht wensen dat een niet op de getuigenlijst voorkomende en evenmin ter terechtzitting aanwezige persoon alsnog zal worden gehoord, behoort hij — naar alsdan in redelijkheid van hem mag worden verlangd — het daartoe strekkende verzoek op een duidelijke en niet voor misverstand vatbare wijze kenbaar te maken. I.c. voldoet verdachtes verklaring daaraan niet.
Adv.-Gen. Kist: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.