NJ 1979, 301
HR, 22-05-1979, nr. 70484
HR 22-05-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC6587, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 1979
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Royer, Wijnholt, De Waard
- Zaaknummer
70484
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AC6587
- JCDI
JCDI:ADS117579:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC6587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC6587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑1979
- Wetingang
Essentie
(Vervolg van HR 29 mei 1978, NJ 1978, 358)‘Toezegging van de minister van Justitie’; geen gerechtvaardigd vertrouwen bij gebreke van een uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke toezegging.
Onjuiste uitleg van art. 6, lid 1, Verdrag van Rome gelet op de strekking ervan; betekenis van ‘charge’/‘accusation’.
Vernietiging van vonnis en bijkomende beslissingen; bevel tot voorlopige hechtenis kan niet herleven.
Samenvatting
Voor een oordeel als door de Rb. gegeven is niet slechts vereist dat bij de verdachte geredelijk een in de loop der jaren aan kracht winnend vertrouwen is kunnen ontstaan dat hij nu wel van verdere vervolging verschoond zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.